Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Jan willem herman meyert van idsinga

betekenis & definitie

Nederlands staatsrechtgeleerde (Leiden 23 Juli 1855 - ’s-Gravenhage 22 Febr. 1921), promoveerde in 1880 te Leiden. Tot 1905 werkzaam bij het departement van Binnenlandse Zaken was hij van dat jaar tot 1917 lid van de Tweede Kamer.

Hij nam daar een zeer bijzondere positie in, door zijn onafhankelijk karakter en door zijn oorspronkelijke opvattingen omtrent het recht en zijn instellingen, overigens minder een constructieve dan een critische geest. Hij wilde vooral verwantschap met de Engelse opvattingen van het publiek recht, ontkende de principiële betekenis van de scheiding van privaat- en publiekrecht. Ook op politiek gebied had hij persoonlijke opvattingen, vgl. De Antithese en het Chr. Hist. Standpunt (1907).Bibl.: Geschiedenis en beginselen van art. 91 onzer Grondwet, diss.(i88o); De administratieve rechtspraak en de constitutioneele monarchie (1893-96); voorts verschillende brochures over taak en organisatie van de administratieve rechtspraak.

< >