( 1790-1861), studeerde te Utrecht en promoveerde in 1810 in de rechten. Aanvankelijk wijdde hij zich te Utrecht aan de rechtsgeleerde praktijk, later vervulde hij rechterlijke betrekkingen en werd in 1825 tot hoogleraar in de staathuishoudkunde aan de hogeschool te Luik benoemd.
Tijdens de Belgische revolutie werd hij buitengewoon en in 1840 gewoon hoogleraar in de staathuishoudkunde te Utrecht. Hij werd in 1858 voorzitter van een Staatscommissie tot hervorming van de Ned. Statistiek, nam in 1860 ontslag en ontving in hetzelfde jaar zijn emeritaat.Ackersdijk heeft veel gedaan, om in Nederland de staathuishoudkunde bekend te maken.
Bibl.: Bedenkingen over de Korenwetten (1835); Nederlands financiën, Nationale Schuld (1843); Nederlands muntwezen (1845); Over belastingen en bezuinigingen (1849) en bovendien een aantal reisbeschrijvingen.