Engels geneesheer (graafschap Fife, Schotland, 1795 - Manchester 25 Mrt 1860), was eerst arts bij de mijnen te Leads-Hill in Lanarkshire, hield zich ijverig bezig met de heelkunde en met de behandeling van zenuwziekten en vestigde zich vervolgens te Manchester. Hier deed hij in 1841 de ontdekking, dat een lang staren op een blinkend voorwerp een eigenaardige toestand van bedwelming, het zgn. hypnotisme, veroorzaakt.
Van die tijd af wijdde hij zijn krachten aan het onderzoek van dit verschijnsel en aan de toepassing daarvan ter genezing van zenuwlijders. Toch geraakten zijn nasporingen, in weerwil van de aanbeveling van de beroemde fysioloog Carpenter, in geringschatting en vergetelheid, totdat zij later door een hernieuwd onderzoek volkomen werden bevestigd (z hypnose).