Zwitsers linguist (Bazel 11 Dec. 1853 -22 Mei 1938), werd in 1881 hoogleraar te Bazel, in 1902 te Göttingen, in 1915 weer te Bazel in de vergelijkende taalwetenschap. Hij is een der belangrijkste vertegenwoordigers geweest van de op K.
Brugmann volgende school van taalgeleerden en heeft op de ontwikkeling met name der klassieke taalwetenschap een blijvende invloed uitgeoefend.Bibl. (voorn. werken): Das Dehnungsgesetz des griech. Komposita (1889); Altindische Grammatik (2 dln, 1896-1905, 3de dl met A. Debrunner, 1930); Sprachliche Untersuchungen zu Homer (1916); Vorlesungen über Syntax (2 dln, 1920-’24, 2de dr. 19261928).
Lit.: Festschrift J. W. (1924), met bibliografie.