Nederlands gereformeerd godgeleerde (Purmerland 15 Juli 1612 - Rotterdam i Juli 1680), was predikant te Wormerveer en Zaandijk 1638, alwaar hij twee kerken bouwde en inwijdde, daarna te Dordrecht (1644) en te Rotterdam (1654), streng rechtzinnig, gezocht redenaar met vele gaven, maar met het gebrek van platheid, daardoor misschien te meer populair. Een van zijn bekende preken handelde over „van ’t lang-hayr” (1645).
Zijn Onderwijsboekje in de Christelijke godsdienst beleefde een vertaling in het Maleis (1732) ten dienste der zending en in het Tamil (Colombo). Als predikant te Rotterdam heeft hij met zijn ambtgenoot Ursinus met grote felheid in 1672 de gemeente tegen de regering en met name tegen de gebroeders De Witt opgezet en werd daardoor mede oorzaak van het Rotterdamse oproer en middellijk van de moord op 20 Aug. Destijds had hij niettemin te Dordrecht van de familie De Witt vele bewijzen van vriendschap aanvaard en zelfs met verzen er voor bedankt.PROF. DR J. N. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK
Lit.: G. D. J. Schotel, Kerkelijk Dordrecht, I, 449-473; Het Protest. Vaderland, I, 515-520.