(Lat.: Isard)
(1), linkerzijrivier van de Rhône, ontspringt op 2400 m hoogte uit de gletsjers van de Mont-Iseran in het Franse departement Savoye, stroomt met grote kronkelingen westwaarts door het Tarentaise-dal, langs Moutiersen-Tarentaise, Albertville en Montmélian, bereikt bij Fort-Barraux het departement Isère, loopt van hier Z.W.-waarts door het 48 km lange en vruchtbare dal Grésivaudan naar Grenoble, daarna langs Romans en mondt uit 6 km ten N.W. van Valence na een loop van bijna 290 km, waarvan er 160 bevaarbaar zijn. Zij neemt links o.a. de Are, de Bréda en de Drac op. In haar stroomgebied wordt de waterkracht in verschillende electrische centrales geëxploiteerd.
(2), Frans departement, gevormd door de noordelijke delen van Dauphiné met de landschappen Grésivaudan en Viennois, telt op 8237 km2 (1946) 574 019 inw. Vooral het oostelijk deel is bergachtig; in het Z.O. verheffen zich de Rousse (3478 m), de Taillefer (2864 m), de Pic de Belledonne (2981 m), de Aiguille du Midi (3987 m) en de Mont d’Ollan (3883 m). De bodem levert o.a. kolen en enig ijzererts. Verder is er akkerbouw, veehouderij (vooral in het W. melkveehouderij voor de voorziening van Lyon). Het W. heeft zijde-industrie onder invloed van Lyon. La Grande Chartreuse ten N. van Grenoble is vnl. een bosgebied, het ten Z. van deze stad gelegen landschap Vercors heeft meer rundveehouderij. De hoofdstad is Grenoble waar, afgezien van de papierfabrieken te Rivet, ook de belangrijkste industrieën zijn gevestigd.
