bij de Romeinen lijsten van godennamen en -titels, die in het archief der pontifices bewaard werden. Men geloofde, dat het gebruik van de juiste naam en formule de godheid a.h.w. dwong aandacht te schenken aan het gebed.
Daarom moesten de priesters zich bij het aanroepen der goden precies aan de indigitamenta houden en werden deze geheim gehouden ten einde misbruik door vijanden van Rome te voorkomen.Lit.: H. Wagenvoort, Imperium (Amsterdam 1941), blz. 99.