noemt men een houding van onverschilligheid of een principieel weigeren partij te kiezen waar het betreft de belangrijke levensvragen op zedelijk, wijsgerig, godsdienstig, sociaal en politiek gebied. In het bijzonder wordt de term gebruikt voor het godsdienstig indifferentisme, dat zich kan uitstrekken ofwel tot alle godsdiensten ter wereld, zolang ze maar de religieuze behoeften van de mens in diens speciale omstandigheden bevredigen, ófwel slechts tot de verschillende Christelijke gezindten.
In het laatste geval erkent men wel het Christendom als de enig ware godsdienst, maar acht men het overigens onverschillig tot welke gezindte men behoort. Het godsdienstig indifferentisme heeft zich sinds de 18de eeuw (Verlichting) in brede kringen verbreid.