Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HOUWITSER

betekenis & definitie

(via Duits Haubitze uit Tsjech. houfnice, slinger) is een kort kanon, dat het midden houdt tussen het lange kanon en de mortier. De baan is sterk gekromd, vooral indien met verminderde lading wordt geschoten.

Daarom leent de houwitser zich in het bijzonder tot het bevuren van doelen achter dekkingen, c.q. het vuren over eigen troepen, of terreinhindernissen. Men heeft dientengevolge ook meer keus voor de eigen opstelling. Daarentegen is de dracht korter dan bij een lang kanon van gelijk kaliber. In Nederland werden de eerste houwitsers in 1668 ingevoerd. Zij boden het voordeel, met granaten te kunnen vuren, wat tot nog toe slechts uit mortieren mogelijk was. In en na Wereldoorlog I nam het gebruik van houwitsers, wegens de genoemde voordelen, zeer sterk toe ten koste van het lange veldgeschut; de V.S. bijv. hebben thans nog slechts houwitsers in de divisie-artillerie. Men onderscheidt lichte- of veld-, en zware houwitsers: de eerste van kalibers van meestal 10,5 tot 12 cm, de laatste van 15 cm en groter.

< >