Cass. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Samengesteldbloemigen {Composieten*), verwant met het Hoefblad*. Het zijn overblijvende kruiden met wortelstandige, niervormige, dikke, getande bladen en een meestal één-hoofdige bloeistengel, die van schubachtige blaadjes is voorzien. De omwindselbladen staan in één rij, de randbloemen zijn vrouwelijk met een gereduceerde kroon, de schijfbloemen tweeslachtig met een 5-spletige kroon.
Het pappus bestaat uit enige rijen enkelvoudige lange haren. Het geslacht telt 3 soorten, die op de Europese bergen groeien. De bekendste, H. alpina Cass., met van onderen dun behaarde bladeren en purperkleurige bloemen, groeit op humusrijke bosgrond en alpenweiden langs de gehele Alpenketen tot in de Pyreneeën en de Balkan.