Protestants godgeleerde (Springe bij Hannover, 23 Mei 1862 - Halle aan de Saaie 11 Mrt 1932), verdienstelijk op godsdiensthistorisch en Oudtestamentisch terrein; 1894 buitengewoon hoogleraar te Berlijn, 1907 gewoon hoogleraar te Giessen, 1920 te Halle; een der grondleggers van de zgn. „godsdiensthistorische en „stijlcritische” methode in de Bijbeluitlegkunde.
Bibl.: de commentaren op Genesis (4de dr., 1917); Schöpfung und Chaos in Urzeit und Endzeit (2de dr., 1921); het overzicht over Die israelitische Literatur (in: Kultur der Gegenwart, I, 7, 2de dr., 1924); Psalmen (1926).