Nederlands oriëntalist (Amsterdam 25 Febr. 1789 - Leiden 7 Oct. 1835), werd in 1815 benoemd tot hoogleraar te Franeker, twee jaar later tot buitengewoon hoogleraar te Leiden, waar hij in 1822 tot gewoon hoogleraar werd bevorderd. Hamaker had een zeer brede belangstelling op het gebied der Semietische talen.
Zijn belangrijkste studiën betreffen de Phoenicische inscripties en uitgaven van Arabische historici. Op Arabisch gebied heeft hij enige tekstuitgaven bezorgd. Merkwaardig zijn zijn Academische voorlezingen over het nut en de belangrijkheid der grammatische vergelijking van het Grieks, het Latijn en de Germaanse tongvallen met het Sanskriet (1835).Lit.: J. Nat, De studie van de Oostersche talen in Nederland in de 18de en de 19de eeuw (Purmerend 1929), blz. 129 vlg.