(bij de Romeinen Juventas) Griekse godin der jeugd, dochter van Zeus en Hera, later gemalin van Herakles. In oorsprong werd zij voorgesteld als ongehuwd en belast met alles, wat dochters van goeden huize was opgedragen; zo werd zij de „schenkster der goden".
Zij werd reeds vroeg in Argolis te zamen met Hera vereerd, doch haar cultus breidde zich over geheel Griekenland uit. In de kunst werd zij voorgesteld als een meisje in de bloei der jeugd.Lit.: Kekulé, Hebe (1867).