noemt men het wapen, waarmede, vooral vroeger, de walvisvanger op de jacht ging. Het bestaat uit een pijlvormig stuk ijzer van weerhaken voorzien en 60-90 cm lang, bevestigd aan een schacht van 1,5 m, waaraan de walvislijn is vastgehecht.
De harpoen is derhalve een soort van speer, en de harpoenier, vooraan in de boot staande, wierp die met kracht in de opduikende walvis, waarna tevens in de boot de lijn afliep, die deze met de walvis verbond. Tegenwoordig wordt de harpoen geschoten uit kleine tot dit doel vervaardigde kanonnen (z walvisvaart).