stad in Duitsland, gelegen in het Land Noordrijnland-Westfalen telt (1950) 60 500 inw. (1939: 56 600; 1945: 35 000), van wie 39 pct Evang., 55 pct R.K. en 6 pct andersdenkenden. De stad is een knooppunt van het goederenverkeer (steenkolen) en vormt het centrale goederenstation voor het oostelijk deel van het Roergebied.
Het personenverkeer splitst zich hier in de richtingen Dortmund-Essen en Hagen-Wupperthal. In de nabijheid liggen grote moderne kolenmijnen. Voorts is er een belangrijke industrie gevestigd, vooral metaalindustrie van machines en staaldraad. Circa 2 km van de stad ligt de badplaats Hamm-Salzbrunn. Hamm, vroeger de hoofdstad van de graafschap Mark, werd van 1614-1622 door de Nederlanders bezet; in 1666 kwam het aan Brandenburg. In 1763 werden de vestingwerken gesloopt.
In Wereldoorlog II werd Hamm zwaar gebombardeerd. Het aantal gebouwen en woningen (1939 = 100 pct) bedroeg in 1945: 40 pct en in 1950: 70 resp. 78 pct.Lit.: Hamm, 700 Jahre Stadt. Festchr., hrsg. v. Magistrat (1926); H. Ossenberg, Stadt H. (Münster 1936).