thans in het Sloveens: Kocevje (nederzetting), stad in Krain, sedert 1919 in de Joegoslavische provincie Slovenië, ligt op 45° 40' N.Br. en 14° 27' O.L. v. Gr. aan de Rinsebeek en aan de spoorlijn Groszlup Gottschee.
Het thans ca 5400 inw. tellende stadje werd hier door de graaf van Ortenburg als kolonie van Frankisch-Thüringse Duitsers in 1330 gesticht. Deze, later versterkt door Tirolers en Karinthiërs, hebben zich temidden der Slaven gehandhaafd en vierden in 1930 het 600-jarig bestaan. Het Gottscheeër taaleiland omvatte toen 830 km2 met 178 Duitse vestigingen en ca 17 000 inw. Vele Gottscheeërs trokken er als marskramers geregeld op uit.
Men vindt er een in 1650 door graaf Johann Weikhard von Auersperg gebouwd slot, een school voor houtbewerking, electriciteitswerken, stoomzaagmolens, een groeve van pottenbakkersklei en huisindustrie. In de nabijheid liggen de grootse Friedrichsteinse ijsgrot en andere grotten met een bijzondere fauna.W. VAN DE BUNT
Lit.: H. Grothe, Die deutsche Sprachinsel G. in Slowenien. Ein Beitrag z. Deutschtumskunde des europ.
Südostens (Münster 1931).