Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GOTTSCHALK

betekenis & definitie

een Benedictijner monnik (805? -30 Oct. 868), die met zijn leer, dat God de goeden tot het eeuwige leven en de bozen tot de eeuwige dood heeft voorbestemd, aanleiding gaf tot de met grote verbittering gevoerde strijd om de praedestinatie heeft gegeven. De bisschop van Reims, Hinkmar, veroordeelde Gottschalk als dwaalleraar tot levenslange kloosteropsluiting (849).

Ongebroken, maar diep verbitterd, stierf Gottschalk in geestverbijstering. Van hem is o.a. een in de middeleeuwen veelgelezen leerdicht: Theoduli ecloge.Lit.: G. Morin, in de Revue bénéd. XLIII (1931); R, Lavaud, in de Revue thomiste XV (1932).

< >