(Duits Gleiwitz), voorheen stad in de Pruisische provincie Silezië, sedert 1945 Pools, ligt op 50° 20' N.Br. en 18° 36' O.L. v. Gr. op 218 m boven zeeniveau aan de Klodnitz, een zijrivier van de Oder, aan het Klodnitzkanaal en aan de spoorlijn van Wroclaw (Breslau) -Oppeln-Katowice.
De stad, die (1946) 95980 inw. telt, is het centrum van de mijnbouw in Opper-Silezië. Behalve de vroeger koninklijke ijzergieterij Gleiwitzer Hütte (in 1794 gesticht) met hoogovens en een grote machine-inrichting, heeft Gliwice belangrijke ijzer-, machine- en stoomketelfabrieken, metaalgieterij, fabrieken voor draad, gasbuizen, staal, landbouwmachines, papier, glas, cement en olie, chemische en houtindustrie.Lit.: G. Geisler, G., eine oberschlesische Stadt (Berlin 1925); F. Gabrysch, Die räuml. Entw. d.
Städte Beuthen, Hindenburg u. G. (1937); Gleiwitz einst und heute. Heimatk. Lesebogen, hrsg. von K.
Gräser (1938).