klein type mechanisch gedreven vaartuig, dat een nagenoeg vlakke bodem heeft, naar voren onder ca 40 met de horizon hellend oplopend, in dwarsdoorsnede flauw V-vormig, met een knik op de kim (V-bodemboot). De glijboot bezit de eigenschap bij grote snelheid een dusdanige dynamische waterdruk onder het vlak te vormen, dat de boot er door wordt opgeheven, van dan af vrijwel geen golven meer maakt, en daardoor een belangrijk verminderde weerstand ondervindt.
Men maakt ook glijboten met zgn. „steps”, waardoor het glijvlak trapsgewijs in kleinere glijvlakken wordt verdeeld. Onder de step wordt zijdelings lucht aangezogen, hetgeen gunstig op de weerstand werkt. Het glijbootprincipe wordt gebruikt voor vaartuigen met zeer grote snelheid, zoals raceboten, reddingboten voor de luchtmacht, torpedomotorboten, e.a.