(Hebreeuws: „de opborrelende”) is volgens de voorstelling van het eerste Bijbelboek Genesis (2 : 13) een der vier „paradijs-rivieren”, die „het gehele land Koesj (d.w.z. Aethiopië) omspoelt” en dus reeds in de Oudheid vereenzelvigd werd met de Nijl.
Op andere plaatsen betekent deze naam echter de enige bron ten Z. van het oude Jeruzalem, die thans Mariabron heet, aan de voet van de O. heuvel.Lit.: G. Dalman, in: Palästina-Jahrbuch 1918.