is een verlamming van de pasgeborene, die ontstaat wanneer bij een stuitgeboorte de ontwikkeling der schouders met moeilijkheden gepaard gaat. De romp van het kind wordt dan ten opzichte van het hoofd sterk naar één kant getrokken en wanneer dit niet met de nodige voorzichtigheid gebeurt kan de zenuwvlecht die van het ruggemerg naar de arm gaat worden stukgetrokken.
Men onderscheidt een hoge en een lage plexusverscheuring. In het eerste geval worden de 5de en 6de halswortel beschadigd waardoor de schouderspieren en de biceps verlamd zijn (type Erb). Bij de lage plexuslaesie is het vooral de eerste zenuwwortel uit het borstmerg die verscheurd wordt. Zij uit zich door een verlamming van de hand en een syndroom van Horner (nauwe pupil met nauwe lidspleet en teruggezonken oogbol).
Lit.: Harrenstein, Ned. Tijdschr. voor Geneesk. 1927, blz. 828.