Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Francisco gomes de amorim

betekenis & definitie

Portugees dichter en dramaturg (Avez-o-mar 1827-Lissabon 1891), vertrok op tienjarige leeftijd naar Brazilië en toen hij dertien jaar was, las hij te Rio de Janeiro Caläo (van Garrett). Deze lectuur bekoorde hem zo, dat hij zich tot den dichter wendde met het verzoek, hem verder te onderrichten.

Garrett interesseerde zich voor zijn jongen bewonderaar en liet hem in 1845 naar Portugal reizen. Gomes de Amorim wijdde zich toen met grote liefde aan de studie en in 1848 publiceerde hij de gedichten O Garibaldi, Queda de Hungria en Liberdade, welke dichtwerken algemene belangstelling wekten. Hij heeft vele mooie werken geschreven, zowel in poëzie, als in proza, o.a. Cantos matutinos en EJémeros (1856). Onder deze gedichten is er een, getiteld Flor de marmore, dat beroemd is geworden. Van zijn toneelwerken moeten worden vermeld: Ghigi, Odio de rafa, Aleijöes sociais en Os kerdeiros do milionario. J. VOETELINK.

< >