Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

FIASCO

betekenis & definitie

is een aan de Italiaanse Commedia* dell’ arte ontleende, allengs (19de eeuw) in vrijwel alle talen overgegane uitdrukking voor mislukking, oorspronkelijk alleen in toneelspel of zang, bij uitbreiding naderhand op ieder ander gebied. De 18de-eeuwse Florentijnse „Arlecchino”-speler, Biancoletti, placht bij elk comisch optreden een of ander huishoudelijk voorwerp op de planken mee te brengen, om zijn publiek daarmee vrolijk te stemmen.

Op een avond verscheen hij met een der bekende dikbuikige, met stro omwikkelde Toscaanse wijnflessen, een „fiasco”, ten tonele: wàt hij echter deze keer ook uitkraamde, het gehoor was niet aan het lachen te krijgen. Woedend smeet hij de fles, als de vermeende schuldige van zijn wansucces, weg; sindsdien sprak men bij een toneeléchec van „net als Biancoletti’s fiasco”, of nog alleen van „een fiasco”. In Italië is far fiasco gangbaar als aanduiding voor het „vallen” van een toneelstuk, in tegenstelling tot far furore.

< >