fiasco
fiasco - Zelfstandignaamwoord 1. grote mislukking ♢ Zijn plannen waren onhaalbaar en liepen op een fiasco uit.
Wiktionary (2019)
fiasco - Zelfstandignaamwoord 1. grote mislukking ♢ Zijn plannen waren onhaalbaar en liepen op een fiasco uit.
Jan Zellenrath (1979)
Met vlechtwerk omwikkelde wijnfles met een inhoud van 'h, 1 of 2 liter. In Italië in gebruik, vooral voor de Chianti.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: