(Arthur St John), Engels romanschrijver (Londen 28 Oct. 1903), is de zoon van de uitgever, redacteur en criticus Arthur Waugh en een broer van de romancier Alec Waugh (1898). Sedert zijn eerste romans, die sterk de aandacht trokken, heeft hij zich ontwikkeld tot een der meest vooraanstaande Britse schrijvers van heden.
Na studies te Lancing en Oxford maakte hij grote reizen. Hij bekeerde zich tot het Katholicisme en schreef sindsdien ook heiligenlevens.Hoofdthema van zijn meestal humoristische, soms bijtend sarcastische romans is zijn afkeer van en zijn pessimistische visie op de humanistische beschaving. Ontsteld door de materiële en geestelijke neergang der Engelse aristocratie, ontwerpt hij scherpe beelden van de zelfkant der society, zó dat hij haar voorstelt als een circus. Zeer opmerkelijk zijn de buitengewone kwaliteiten van zijn verzorgde prozastijl.
Bibl.: Decline and Fall (1928); Rossetti: a critical biography (1928); Vile bodies (1930); Labels (1930); Remote people (1932); Black Mischief (1932); A handful of dust (1934); 92 Days (1934); Edmund Campion (1935); Waugh in Abyssinia (1936); Scoop (1938); Robbery under law (1939); Put out more flags (1942); Work suspended (1942); Brideshead revisited (1945); When the going was good (1946); The loved one (1948); Scott-Kings Modern Europe (1949) ; Helena (1950) ; Men at arms (1952) ; Love among the ruins (1953).
Lit.: Chr. Hollis, E. W. (1954).