keurvorst van SAKSEN (Meissen 24 Mrt 1441 - Colditz 26 Aug. 1486), stamheer van de Ernestijnse lijn, zoon van keurvorst Frederik de Zachtmoedige en van Margaretha van Oostenrijk. In 1455 werd hij met zijn broeder Albert door Kunz von Kaufungen en zijn medestanders van het kasteel te Altenburg weggevoerd, doch weldra bevrijd.
In 1464 werd hij opvolger van zijn vader en regeerde gedurende 21 jaar met gemelde broeder gemeenschappelijk over de Saksische landen, waarna zij op 26 Aug. 1485 tot een deling overgaande, de Ernestijnse en Albertijnse lijnen vormden. Ernst verkreeg het hertogdom Saksen, Thüringen, met de bezittingen in Franken en Voigtland, terwijl aan Albert het land van Meissen ten deel viel. Keizer Frederik III beleende hem 24 Febr. 1486 met die landen en gaf zijn goedkeuring aan de vastgestelde erfregeling.
