Sir, ’s werelds grootste diamantmagnaat (nabij Frankfort a/d Main 22 Mei 1880), afkomstig uit een Duits-Joods gezin, ging al jong naar Engeland en kwam vandaar naar Zuid-Afrika in 1902. Hij vestigde zich te Kimberley, waarvan hij 1912-1915 burgemeester was en dat hij van 1924-1938 in het parlement vertegenwoordigde.
Hij wijdde zich vooral aan de financiering van de diamantindustrie, later ook van het goudmijnbedrijf en de gewone industrie. Hij werd o.a. directeur van de De Beers Consolidated Mines, van de De Beers Industrial Corporation, van de Anglo-American Corporation of S.A. (een der grootste combinaties van goudmijnen), en van de African Explosives and Industries. Onder zijn leiding exploiteert De Beers niet alleen de diamantmijnen rondom Kimberley en in de Vrijstaat, doch ook de Premier Mijn, ten O. van Pretoria en zij verwierf de verkooprechten op alle diamantvondsten in Z.W.-Afrika (Namaqualand). De Beers controleert ongeveer 90 pct van de werelddiamantproductie en als president van het Diamant Syndicaat beheert Oppenheimer feitelijk de diamantmarkt. Reeds in Dec. 1945 kwam hij zich persoonlijk op de hoogte stellen van de toestand der diamantnijverheid in Amsterdam. Hij — en zijn zoon Harry — oefenden en oefenen grote invloed uit op de Britse imperiale politiek in Zuid-Afrika. Hij woont afwisselend in Londen en Johannesburg.PROF. DR M. BOKHORST.