(Veronica L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Scrophulariaceeën *. Het komt met 200 soorten meest op het noordelijk halfrond, maar ook bijv. in Australië en Nieuw-Zeeland voor en onderscheidt zich door in de regel tegenovergestelde of kransgewijs geplaatste bladeren en okselstandige of in trossen en aren geplaatste bloemen, die bestaan uit een 4-5-spletige kelk met ongelijke slippen, een radvormige, meestal blauwe, 4-delige bloemkroon met enigszins ongelijke slippen, 2 lange meeldraden en een tweehokkig, samengedrukt vruchtbeginsel met weinig zaadknoppen, wordend tot een 2-kleppige doosvrucht. In Nederland komt een 20-tal soorten voor: [i]V.
Chamaedrys[/i] L. (Gewone Ereprijs), op grasgrond in Mei en Juni bloeiend met hemelsblauwe bloemen, 15-30 cm hoog wordend, met een stengel met 2 overlangse rijen haren en eironde, niet of nauwelijks gesteelde bladeren; V. officinalis. (Mannetjes Ereprijs), op schaduwrijke zanden heidegrond, 10-30 cm hoog met trosssen lichtpaarse bloemen, soms ook vleeskleurig of wit; V. scutellata L. (Schildvruchtereprijs), V. Anagallis L. (Waterereprijs) en V. Beccabunga L. (Beekpunge), algemeen te vinden in sloten of op moerassige plaatsen; V. arvensis L. (Veldereprijs) en V. hederifolia L. (Klimopereprijs), overal te vinden op akkers, de eerste de gehele zomer door, de tweede meer in de voorzomer; enz. Sierplanten leverde dit geslacht er vele op, zo V. virginica L., uit Virginië, met in kransen van 3-6 staande, lancetvormige, gezaagde bladeren en een verlengde, dichtbloemige blauwe, vleeskleurige of witte bloemtros; V. incana L., uit Zuid-Rusland, een grijsviltige plant met gesteelde, tegenoverstaande, langwerpig-lancetvormige, gekartelde tot gezaagde of gaafrandige bladeren en enkelvoudige of vertakte trossen blauwe, soms witte bloemen met wollig behaarde kelken; V. gentianoides Vahl., uit Kaukasië, 3-6 dm hoog met gave of weinig ingesneden bladeren en bleekblauwe bloemen met donkerder aderen in aan hun top iets overhangende, lange, losse trossen; voorts verschillende heesterachtige soorten uit Nieuw-Zeeland, tegenwoordig ook Hebe Comm. genaamd, zoals de op kleine conifeertjes gelijkende V. Armstrongii T.Kirk. en V. Hectori Hook.f., die buiten gekweekt kunnen worden, en V. speciosa R. Cunn., die in Nederland een oranjerieplant is.