(Maximilien Paul) Frans geleerde (Parijs i Febr. 1801 - 2 Juni 1881), studeerde geneeskunde, geschiedenis, letteren (Latijn, Grieks, Oosterse talen, vooral Arabisch en Sanskrit), wijsbegeerte. Hij was een militant aanhanger van de positivistische beginselen van A.
Comte, welke hij trachtte te verspreiden in talrijke geschriften en door de propaganda in het tijdschrift La philosophie positive. De verkiezing van deze „evangelist” van het positivisme tot lid van de Académie (1871) was een gewichtig feit in de cultuurstrijd der 19de eeuw. Zijn enorme kennis en zijn geweldige werkkracht heeft Littré vooral gebruikt voor het samenstellen van de jaren lang onmisbare Dictionnaire de la langue française (18631872, 4 vol.; suppl. 1878bBibl.: Vertaling van de werken van Hippocrates (10 vol. 18391861) ; vert, van het Leven van Jezus van Strauss (1839-1840) ; De la philosophie positive (1845); Application de la philosophie positive au gouvernement des sociétés et en particulier à la crise actuelle (1849); Conservation, révolution et positivisme (1852); Auguste Comte et la philosophie positive (1863) etc.; Histoire de la langue française (1862); Etudes et Glanures (1880), waarin: „Comment j’ai fait mon dictionnaire”.
Lit.: Sainte-Beuve, Notice sur L., sa vie et ses travaux (1863) ; E. Caro, M. L. et le positivisme (1863) ; A. Poëy, L. et A. Comte (Paris 1879); Polybiblion XXXI (1881); Pasteur et Renan, Discours prononcés à l’Académie 27 Apr. 1882.