Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Edmund HALLEY

betekenis & definitie

Engels astronoom (Haggerston bij Londen, 8 Nov. 1656 - Greenwich, 25 Jan. 1742), studeerde aan Queen’s College, Oxford, en publiceerde reeds in 1676 een artikel over de meetkundige bepaling van de absidenlijnen en de excentriciteiten van de planetenbanen. In 1678 werd hij lid van de Royal Society.

In Nov. 1676 vertrok hij naar St Helena, waar hij de plaatsen van 341 sterren van het Z. halfrond bepaalde, een Mercuriusovergang waarnam en door slingerwaarnemingen aantoonde, dat de intensiteit van de zwaartekracht met de breedte afneemt. Zijn sterwaarnemingen werden in 1679 gepubliceerd in Catalogus stellarum australium. In Engeland teruggekeerd werd hij bevriend met Newton. Hij maakte een nauwkeurige studie van het aardmagnetisme en zag als eerste het verband tussen poollicht en aardmagnetisme in. Ten behoeve van de scheepvaart gaf hij in 1701 een isogonenkaart voor de Atlantische Oceaan uit en in 1702 een voor de gehele aarde. De daarvoor benodigde waarnemingen had hij ten dele zelf verricht op twee zeereizen, die hij van 1698-1700 als commandant van H.M.

Paramour maakte; op de tweede daarvan kwam hij tot 52° 30' Z.B., waar hij Zuidpoolijs ontmoette. In 1703 volgde hij Wallis op als Savilian professor in meetkunde te Oxford; hier gaf hij in 1710 de Griekse tekst van de Conica van Apollonios uit met een Latijnse vertaling van de slechts in het Arabisch bewaard gebleven boeken V-VII en een reconstructie van het verloren gegane boek VIII. In 1705 publiceerde hij A synopsis of the astronomy of cornets, waarin hij volgens de methoden van Newton de banen van 24 kometen berekende, die tussen 1337 en 1698 waargenomen waren. Hij toonde hierin aan, dat de in 1682 verschenen komeet identiek was met die van 1607 en 1531 en waarschijnlijk ook met die van 1456. Hiermee was de eerste elliptische kometenbaan ontdekt. Halley verklaarde de aangroeiing van de tijdsduur tussen twee opvolgende verschijningen (telkens ruim 15 maanden) door storingen van Jupiter en Saturnus en voorspelde de terugkeer van de komeet in 1758.

Dat zij inderdaad op Kerstmis 1758 weer gezien werd, vormde een sterk argument voor de op het vasteland van Europa nog wel bestreden gravitatietheorie van Newton. In 1713 werd Halley secretaris van de Royal Society. In 1720 volgde hij Flamsteed op als Astronomer Royal (directeur van de sterrenwacht te Greenwich). Hoewel reeds 64 jaar oud, vatte hij hier het plan op, de maan gedurende een gehele omwenteling van de knopen van haar baan (18,6 jaar) te observeren om daardoor de maantafels, die voor lengtebepaling op zee gebruikt werden, te kunnen verbeteren. De verbeterde tafels zijn in 1749 door J. Bevis uitgegeven.Halley ontdekte de saeculaire acceleratie van de maan en een ongelijkheid in de beweging van Jupiter en Saturnus, toonde door vergelijking met de Almagest van Ptolemaeus aan, dat de sterren Sirius, Aldebaran en Arcturus een eigen beweging hebben en stelde de in de 18de eeuw toegepaste methode tot bepaling van de zonsparallax met behulp van Venusovergangen voor. Op physisch gebied hield hij zich bezig met magnetisme, deed waarnemingen over het koken van vloeistoffen en stelde formules op voor de beeldvorming door een lens en voor barometrische hoogtemeting. Voor de geschiedenis der levensverzekeringswiskunde heeft hij betekenis door een onderzoek naar de sterfelijkheid te Breslau op grond van geboorteen sterfteregisters. Halley had sterke vrijdenkersneigingen; waarschijnlijk is hij de Infidel Mathematician, waartegen Berkely’s Analyst gericht is.

E. J. DIJKSTERHUIS

Lit.: E. F. McPike, Corrsp. and Papers of E. H. (Oxford 1932).

Richard HALLIBURTON

Amerikaans schrijver (Brownsville, Tennessee 9 Jan. 1900 - 1939), schreef populaire reisverhalen in romantische trant. Hij specialiseerde zich in het herhalen van beroemde daden van athletisme en exploratie: hij zwom over de Hellespont; reisde Odysseus, Hannibal, Cortes en Balboa achterna, en vloog rond de wereld. Zijn werken zijn geschreven met jeugdige overmoed en een goed deel nonchalance tegenover de geschiedenis die hij wilde doen herleven. Op reis van China naar San Francisco op een Chinese jonk verdween hij spoorloos.

Bibl.: The Royal Road to Romance (1925); The Glorious Adventure (1927); New Worlds to Conquer (1929); The Flying Carpet; Seven League Boots (1935).

Lit.: R. H., His Story of His Life’s Adventures (1940, biogr. samengesteld uit brieven aan zijn ouders).

< >