Duits assyrioloog (Berlijn 21 Nov. 1886), sedert 1924 hoogleraar aan de universiteit te Berlijn, verdienstelijk als bewerker en vertaler vooral van religieuze en juridische spijkerschrift-teksten, o.a. van de Keilschrifttexte aus Assur religiösen Inhalts (1915-1923) en juristischen Inhalts (1927), door zijn vertalingen van de Babylonisch-Assyrische teksten in het werk van H. Gressmann, Altorientalische Texte und Bilder zum Alten Testament (2de dr., 1926) en vooral ook door zijn Tod und Leben nach den Vorstellungen der Babylonier (Berlin-Leipzig, dl I: Texte, 1931); voorts o.a. als redacteur van het Reallexikon der Assyriologie (Berlin-Leipzig, sedert 1928, samen met [i]Br.
Meissner[/i]).