Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DUVIVIER, Julien

betekenis & definitie

Frans filmregisseur (Bordeaux 11 Mei 1900), vestigde in 1924 de aandacht op zich met een documentaire La Machine à refaire la Vie (te zamen met Henri Lepage): een intelligent gemonteerde bloemlezing over de ontwikkeling der cinematografie sinds de dagen van Lumière. De „Machine” getuigde van het vakmanschap, dat Duvivier zich toen reeds had verworven.

Boven dit solide vakmanschap is de kwaliteit van zijn omvangrijk œuvre zeer ongelijkmatig en hij heeft zich nimmer een onbetwiste plaats kunnen veroveren bij de groten, die tussen twee wereldoorlogen aan de Franse films haar reputatie verschaften. Zijn meest bekende films uit deze periode zijn: David Golder (1930), Poil de Carotte (1932/’33), Maria Chapdelaine (1933/’34), La Tête d’un homme, Golgotha (1934), La bandéra (1935), La Belle Equipe (1936), Le Golem (1936), Pépé le Moko ( 1936/’37) en Carnet de bal (1937). In Hollywood maakte hij daarna: The Great Waltz, Tales of Manhattan — zoals Het Balboekje een episodenfilm —, The Impostor (met Jean Gabin), Flesh and Fantasy, etc. Teruggekeerd in Europa regisseerde Duvivier Panique (Frankrijk), Anna Karenina (Engeland) en Au Royaume des Cieux (Frankrijk, 1949).

< >