Schots geoloog en theoloog (Stirling, Schotland, 17 Aug. 1851 - Tunbridge Wells 11 Mrt 1897), werd in 1877 buitengewoon, in 1884 gewoon hoogleraar in de natuurwetenschappen aan Free Church College te Glasgow. In 1883-1884 deed hij een reis door Centraal-Afrika om de geologische en botanische verhoudingen van de landen aan de Njassa en Tanganjika te onderzoeken, waarover hij schreef Tropical Africa (1888).
In 1890 deed hij een reis naar Australië, Japan en de nieuwe Hebriden. Groot opzien verwekte zijn The natural law in the spiritual world (1883; 29ste dr. 1892) — in het Nederlands vertaald door A. W. Bronsveld (1886) — waarin hij tracht aan te tonen, dat de natuurwetten in overeenstemming zijn met het geestelijk en godsdienstig-zedelijk leven.Bibl.: The greatest thing in the world (1890); Pax vobiscum (1892); A changed life (1892); The program of Christianity (1892); Herod, and other poems (1893); On the ascent of man (1894); For the religion (1897); The ideal life (1898).
Lit.: G. A. Smith, The life of H. D. (New York 1898).