is de de tijd die verstrijkt tussen twee opvolgende doorgangen van de maan (zon) door eenzelfde knoop van de maanbaan. De waarde is 27,21 dag (346,62 d.).
De naam is ontleend aan de oude astrologische termen drakenkop (caput draconis) en drakenstaart (cauda draconis) voor de klimmende resp. dalende knoop van de maanbaan, welke benamingen volgens sommigen hun ontstaan danken aan de vergelijking van het oppervlak, dat de vlakken van maanbaan en ecliptica op de hemelbol bepalen, met een slang (draco), die bij de twee snijpunten der banen resp. zijn kop en zijn staart heeft, terwijl volgens anderen de knopenlijn draak heet naar de fabuleuze draak die bij een eclips geacht werd het verduisterde lichaam verslonden te hebben.