vervoermiddel, gedragen en voortbewogen door mensen of dieren. Hierbij zijn twee typen te onderscheiden:
1. De draagstoel voor representatieve doeleinden in de vorm van een draagbare troon. Als zodanig vinden wij de draagstoel in het oude Oosten o.a. voor de koningen van Egypte. In directe samenhang daarmede staat de „sedia gestatoria”, waarop de paus bij plechtige gelegenheden zijn entree maakt. Ook de enorme veren waaiers op staven, die bij zulk een gelegenheid dienst doen, stammen van een Egyptisch gebruik.
2. De draagstoel als vervoermiddel op reis of in de stad. Dit type heeft de vorm van een reiswagen, soms kostelijk versierd als de Romeinse lectica, of als de palki in India en Perzië, waarin de reiziger uitgestrekt kan liggen.
In rijke en eenvoudige vorm, gedragen door lastdieren, vinden wij de draagstoel in de middeleeuwen als vervoermiddel van hooggeplaatste personen. Een speciaal type is de 18de-eeuwse draagkoets, die uitsluitend diende om dames door de stad te vervoeren. Deze had de vorm van een klein coupeetje met portieren en raampjes, binnenin van een smal, gecapitonneerd bankje voorzien.