L. is de naam van een plantengeslacht uit de fam. der Samengesteldbloemigen of Composieten. Het onderscheidt zich door een dikwijls knolvormige wortelstok, langgesteelde, enkelvoudige wortelbladen en dikwijls stengelomvattende hogere stengelbladen, terwijl de vaak lange bloemstelen vrij grote, op zichzelf staande bloemhoofdjes met een bekervormig omwindsel uit één rij smalle groene blaadjes en zonder stroschubben dragen. Het omvat een 25-tal overblijvende, kruidachtige soorten uit Europa en gematigd Azië.
Hiertoe behoort D. Pardalianches L., de voorjaarszonnebloem, met een vertakte, kortbehaarde stengel ter hoogte van bijna 1 m, ruige, langgesteelde, hartvormige wortelbladeren, hartvormige stengelomvattende bovenste bladeren en vele grote, gele bloemen. Zij groeit in de bergwouden van Midden-Europa en komt ook in Nederland voor. D. plantagineum L., eveneens op oude buitenplaatsen, waarschijnlijk verwilderd, te vinden, onderscheidt zich door wortelstandige bladeren met wigvormig aflopende voet. D. austriacum Jacq. blijft veel lager dan de vorige soorten. D. caucasicum Bieb. is een fraaie sierplant, zo ook D. macrophyllum Fisch, die mede wild groeit in de Kaukasus en voorts in Perzië.