Nederlands letterkundige (Arnhem 1 Febr. 1875), was leraar Engels te Zaandam en van 1932 tot 1946 tevens privaat docent aan de Universiteit te Amsterdam; hij schreef gedichten, deels impressionnistisch, deels in de stijl van De Beweging, en enkele studies over Engelse letteren en over versbouw.
Bibl.: ’n Tuin op ’t Noorden (poëzie, 1917); De late zomer van Michiel Dietvorst, Een gedichtencyclus (1929); Theory and practice of English narrative verse since 1833. An enquiry, diss. (1932); Facetten, Keurbundel uit het werk van W. v. D., bezorgd door H. J. van Wielink (1940).