(Winschoten 23 Nov. 1882) was, evenals Robijns, een grote figuur in de nationale en internationale biljartsport. Hij was een kwarteeuw de biljartglorie van Nederland en de sterkste en meest constante van het beroemde kwartet: Robijns, Wiemers, Bos, Dommering.
Hij is niet minder dan 10 maal kampioen van Nederland 45/2 geweest, de laatste maal in het seizoen 1936/’37. Zijn beste jaren vallen tussen 1920 en 1933. Het hoogtepunt van zijn biljartcarrière was 1925. In dat jaar werd de toen 43-jarige Arnhemse hotelhouder kampioen van Nederland, kampioen van Europa en wereldkampioen. Dommering’s spel was hoogst wetenschappelijk, zeer berekend en van bijzondere conceptie; hij heeft de serie op de lijnen steeds onverbeterlijk gespeeld.