Romeins dichter van mimen in vaudeville-trant (106-43 v. Chr.).
Hij was Romeins ridder; in 45 door Caesar gedwongen zelf op het toneel op te treden, moest hij zijn ridderschap opgeven. De bewaarde titels zijner stukken bewijzen, dat hij zijn stof uit de meest verschillende levenskringen koos. Vermaard is de uit een onbekend stuk bewaarde proloog, waarin hij zijn optreden als acteur rechtvaardigt en tevens beklaagt. De fragmenten zijn laatstelijk uitgegeven bij Ribbeek, Scaenicae Romanorum Poësis Fragmenta (3de dr. II, 1898, blz. 339-367).
