Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

DAVID van Dinan(t)

betekenis & definitie

(Dinan, in Bretagne, 1180? -na 1209), een door de R.K. kerk als ketter beschouwd wijsgeer, van wiens leven ons zeer weinig bekend is. Hij was leraar in godgeleerdheid en wijsbegeerte aan de universiteit te Parijs.

Zijn werk Quaterni werd in 1209 op een provinciale synode verboden, welk verbod in 1215 door de universiteit van Parijs werd bevestigd. Een ander geschrift van hem is De tomis hoc est de divisionibus.Van zijn leven is verder niets bekend. Van zijn geschriften weten wij iets uit de werken van Albertus Magnus. Davids leer was pantheïstisch: hij onderscheidt lichamelijke, geestelijke en goddelijke dingen en weet die wederom tot oorspronkelijke beginselen terug te voeren. Achter deze drie schuilde echter een hogere eenheid, zodat ten slotte alles in wezen identisch was; of die eenheid materialistisch of spiritualistisch moet worden gedacht, is niet uit te maken.

Het pantheïsme van latere denkers als Bruno en Spinoza vertoont zekere overeenkomst met Davids gedachten.

Lit.: F. G. Hann, Über Amalrich von Bena und D. v. D. (1882) ; G.

Théry, Autour du décret de 1210, D. v. D. Etude sur son panthéisme matérialiste (Bibl. thomiste VI, Kain, Belg. 1925); R. Arnou in: Festgabe zum 60.

Geburtstag von J. Geyser I (1929); E. Valla, La concezione panteistica de D. de D., in: Rivista di filosofia XVIII (1927).

< >