is het Engelse nitroglycerine kruit als voortdrijvende stof en ontleent zijn naam aan de vorm, waarin het in de meeste gevallen wordt vervaardigd (koord); doch het komt ook voor in de vorm van cylindrische korrels. Het in Wereldoorlog II, in het bijzonder bij de landartillerie, veel gebruikte cordiet W is als volgt samengesteld: 65 pct genitreerde cellulose op 13,1 pct, 29 pct nitroglycerine en 6 pct carbamide als stabiliseermiddel.
Toen in de oorlogsjaren de bevoorrading van carbamide moeilijk werd, verving men de stof door de oude stabilisator, namelijk het minerale vet, vaseline (Cordiet W.M.).Het vlamvrije cordiet N heeft een geheel andere samenstelling, namelijk: 19 pct genitreerde cellulose op 13,1 pct, 18,7 pct nitroglycerine, 55 pct picrite en 7,3 pct carbamide (alsmede nog 0,3 pct kalium-cryoliet, of een kalium-zwavelverbinding). Deze kruitsoort, ondoorschijnend en breekbaar met een blauwe kleur, vereist evenwel een hoog ladingsgewicht.
Het picrite is de leverancier van de stikstofgassen, die de vrijkomende gassen uit de springladingen (koolmonoxyde en waterstofgas) tijdig opslorpen, alvorens zij gelegenheid krijgen met de zuurstof uit de lucht te ontvlammen. Ook in Nederland worden cordiet-kruitsoorten gebruikt en wel bij 9 veld, 8 tp, 6 tp, geweermitrailleurs en handvuurwapenen.
LT-KOL. F. A. J.
DE KLERCK
Lit.: The Journ. of the Royal Artill. vol. LXXI no 2 (1944).
