was een ijde-eeuwse rederijker uit Brussel, alwaar hij stadsdichter was (1474 - ’84) en, ongerekend talrijke gelegenheidsstukken, waarvan slechts enkele bewaard zijn, van Amé de Montgesoie’s leerdicht, Le Pas de la Mort (Brussel, ca 1460), een Nederlandse bewerking vervaardigde, die blijkbaar eerst in 1528 te Antwerpen is gedrukt onder de titel: Tdal sonder weder keeren oft Tpas der Doot. Zijn taal is tamelijk zuiver en zijn stijl kernachtig.
Lit.: Revue beige de philologie et d’histoire XIV (Bruxelles I935)j P- 427 vlgg.; P. De Keyser, Colyn Caillieu’s Dal sonder wederkeeren (Werken uitg. door de Fac. v. Letteren en Wijsbeg., Gent 1936, no 73); Versl. en Meded. der Kon. VI.
Ac. (Gent 1937 en 1939), resp. 89 vlgg. en 510.
