Nederlands statisticus en economist (Weesp 22 Dec. 1865 - Amsterdam 26 Oct. 1948), studeerde rechten te Amsterdam, was 1891-1892 leraar aan de Openbare Handelsschool aldaar, tevens wnd directeur van het Statistisch Instituut van de Ver. voor de Statistiek (waarvan hij in 1889 secretaris werd), 1899-1906 directeur van het juist opgerichte Centraal Bureau voor de Statistiek, daarna achtereenvolgens professor te Delft (tot 1908), Groningen (tot 1917) en Utrecht (tot 1934). Jarenlang was hij lid, enige jaren (tot 1911) ook secretaris-generaal, van het Institut International de Statistique.
Ook in het bestuur der Ver. voor Staathuishoudkunde en Statistiek had hij jarenlang zitting; na zijn aftreden (1930) werd hij erelid der Vereniging. Van 1896-1948 was hij lid van de redactiecommissie van De Economist. Hij volgde de Oostenrijkse School, onder welker aanhangers hij als erudiet theoreticus ook internationaal werd gerekend. Hij mag gelden als een der grondleggers van de statistiekbeoefening in Nederland.J. R. ZUIDEMA
Bibl.: Ricardo en Marx, een dogmatisch-historische studie, diss. (1890); De wetenschap der staathuishoudkunde en de praktijk v. h. economisch leven (1906); Economische prolegomena (1909); De toekomst van het goud (1917); De goudkwestie (1918); De economische oorlog (2de dr., 1915); Inl. tot de beoef. der Statistiek (3 dln, 1910-1917, 1ste dl 2de dr. 1928); Wetenschap der Volkshuishoudkunde; Grondslagen d. Volkshuishouding (6de dr., 1947); Hoofdtrekken der leer v. d. maatsch. voortbrenging (2de dr., 1945); Schets eener geschied, v. d. Ver. voor Staathuish. en de Statistiek (Den Haag 1940).