Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CILICIË

betekenis & definitie

Grieks Kilikia, Latijn Cilicia, was in de Oudheid de naam van het Z.O. landschap van Klein-Azië. De Hethieten noemden het Arzawa (ca 1700-850 v.

Chr.), de Assyriers Khilikhu; beide volken hebben er herhaaldelijk veroveringstochten naar ondernomen. Later maakte het deel uit van Perzië onder eigen satrapen. Het was van Syrië gescheiden door het Amanosgebergte, ten W. en N. begrensd door de Taurus en door bergpassen met Lykaonië en Cappadocië verbonden. Naar de bodemgesteldheid was het verdeeld in het vlakke Cilicië (Cilicia Pedias), toenmaals dicht bevolkt en uiterst vruchtbaar (nu moerassig en schaars bewoond), en het bergachtig Cilicië (Cilicia Tracheia) in het W., dat wegens zijn rijkdom aan hout lang een twistappel was tussen de Seleuciden en Ptolemaeën, tot het door Antiochus de Grote veroverd werd.Tot de meest beroemde bergpassen behoorden de Pylae Ciliciae, waarover Alexander de Grote uit Cappadocië in het land viel, en de Amanicae Pylae. De belangrijkste rivieren waren: Kydnos en Pinaros. Na Alexander de Grote ontstonden er Griekse kolonies. Nadat het landschap geruime tijd aan de vorsten van omringende staten was onderworpen geweest, werd het lage land door Pompeius in een Romeins wingewest herschapen, terwijl de bewoners der bergstreek nog lang hun onafhankelijkheid handhaafden. De hoofdstad van het land was Tarsos. Na de Byzantijnse tijd vormde Cilicië het koninkrijk Klein-Armenië (z Armenië).

< >