fysioloog (Mauritius 8 Apr. 1817-Parijs 2 Apr. 1894), was eerst zenuwarts in Noord-Amerika en te Londen; in 1878 volgde hij Claude Bernard op als hoogleraar in de experimentele fysiologie aan het Collège de France. Hij schreef over de samenstelling van bloed, het zenuwstelsel, ruggemergsverlamming en orgaantherapie.
Naar hem is genoemd de verlamming van Brown-Séquard, een symptomencomplex dat veroorzaakt wordt door een halfzijdige beschadiging van het ruggemerg. Men vindt aan de kant, waar het ruggemerg beschadigd is, een stijve verlamming van de spiergroepen onder de plaats van beschadiging en een stoornis van de tastzin, terwijl de pijn- en temperatuurzin juist aan de andere zijde gestoord zijn. Dit verschijnsel vindt zijn verklaring in de hoogte, waarop de verschillende vezels kruisen (z ruggemerg).