Belgisch violist (Leuven 20 Febr. 1802 -Brussel 8 Apr. 1870), ontving voorbereidend muzikaal onderwijs van zijn voogd Tiby, muziekleraar te Leuven. Met zijn eerste openbaar optreden te Parijs begon zijn wereldreputatie.
Daarna maakte hij een concertreis door Engeland en werd, na zijn terugkeer te Brussel, kamermusicus van koning Willem I; deze positie verloor hij evenwel door de gebeurtenissen van het jaar 1830. Hij ging nu weer reizen met de beroemde zangeres Maria Malibran, met wie hij in 1836 in het huwelijk trad; zij stierf evenwel reeds enige maanden daarna. In 1843 werd hij vioolleraar aan het conservatorium te Brussel maar moest in 1852 ontslag nemen wegens zijn naderende blindheid. Tot zijn leerlingen behoren o.a. Vieuxtemps, Prume en Léonard. Zijn voornaamste composities zijn: tien vioolconcerten, sonates, studies en variaties. Hij schreef een destijds zeer gewaardeerde Vioelschool (1858) in 4 dln.
