(Freiherr ), Oostenrijks scheikundige (Wenen 1 Sept. 1858 - slot Welsbach in Karinthië 4 Aug. 1929), heeft in 1885 het gasgloeilicht uitgevonden, dat in 1892 in een meer volmaakte vorm zijn zegetocht begon en voor een aantal jaren de door de electrische kooldraadlamp bedreigde gasverlichting redde (z gastoepassing). Omstreeks 1898 verbeterde Auer ook de electrische verlichting door toepassing van het Osmium in metaaldraadlampen.
Verder heeft hij het Cerijzer (Auermetaal) (z cerium) uitgevonden, een alliage, die bij wrijven met een hard staal sterke vonken levert en voor gasaanstekers toepassing vindt. Auer heeft zich ook voor de scheikunde verdienstelijk gemaakt door het isoleren van de zeldzame aarden en enkele chemische elementen. Bij zijn uitvindingen heeft Auer ook de buitengewoon moeilijke detailarbeid uitgevoerd, zonder welke de uitvindingen geen levensvatbaarheid zouden hebben gehad.