Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CAPONNIÈRE

betekenis & definitie

is een, meestal stenen en gekazematteerde, bouw of uitbouw ter flankering van de gracht in een polygonaal (niet gebastionneerd) fort of vestingfront. Aan de binnen- of escarpzijde. van de gracht wordt de caponnière óf aangebracht in het midden van de front- of de keelwal — dan geschiedt de flankering naar weerszijden (dubbele front- of keelcaponnière) —óf in de schouderhoeken, ter bestrijking van de zijfronten (enkele caponnière), zie fig I.

Is zij aan de buiten- of contrescarpzijde van de gracht gebouwd, dan spreekt men van een rewert-caponnière of contrescarpkoffer (enkel of dubbel), zie fig II. Deze komen, in beton uitgevoerd, ook in moderne forten voor (Verdun in Wereldoorlog I). Het fort St.Pieter bij Maastricht uit 1702-1704 heeft een dubbele contrescarpkoffer.De communicatie met het inwendige van het vestingwerk heeft onderaards plaats door middel van poternes.

Naar deze flankeringsorganen wordt het polygonale stelsel van vestingbouw ook wel het caponnièrestelsel genoemd.

Het werd reeds door Dürer aanbevolen, is door Frederik de Grote en Montalembert (1714-1799) en hun navolgers toegepast en in de tweede Helft der 19de eeuw o.a. door Brialmont verbeterd.

< >