de vier kruiken, zo genoemd naar het beeld van Osiris in Canopus, dat in vorm op deze kruiken moet geleken hebben, waarin bij de mummificatie de ingewanden van de dode (behalve hart en nieren) afzonderlijk werden bijgezet. De oudste vorm heeft vlakke deksels; later hebben deze de vorm van een mensenhoofd; nog later zijn het de vier verschillende koppen der beschermgeesten van deze kruiken, die van een mens, een aap, een jakhals en een valk (z mummie).
Lit.: K. Sethe, Zur Gesch. d. Einbalsamierung bei den Ägyptern und einiger damit verbundenen Bräuche (Sitzungsber. d. preuss. Ak. d.
Wiss., Phil.-hist, klasse, 1934, XIII).