Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bottinge

betekenis & definitie

is de naam van een belasting, in Holland en West-Friesland onder de grafelijke regering geheven. Deze belasting spruit evenals andere directe belastingen uit de landsheerlijke tijd voort uit het recht van herberg, dat de als rechter rondreizende landsheer voor zich en zijn gevolg jegens zijn onderzaten kon doen gelden.

Reeds vrij vroeg werden in de meeste gebieden de onderhoudsverplichtingen afgekocht en omgezet in gefixeerde, periodiek op te brengen belastingen. Zo is de bottinge ontstaan uit de afkoop van het landsheerlijke recht op herberg met betrekking tot het botding, een terechtzitting onder voorzitterschap van de graaf, die in het bijzonder uit Friese bronnen bekend is. In sommige delen van Holland werd zij eenmaal per jaar, in andere eenmaal in de twee of drie jaren (dit laatste ook in West-Friesland) of tweemaal in de zeven jaren geheven. Ook buiten Holland en West-Friesland kwamen heffingen van deze aard voor. De Drentse battinckspenningen hebben waarschijnlijk een soortgelijke oorsprong.Lit.: S. J. Fockema Andreae, Bijdr. tot de Ned. Rechtsgesch., V (1914), P- 1 v.v.; I. H. Gosses, De vorming van het graafschap Holland (1915), in Verspr. Geschr. - 1946 - p. 293 v.v. (vgl. van dez. schr.: De organisatie van bestuur en rechtspraak in de landschap Drente (1941), p. 52).

< >